Leviticus 1:4
4En hij zal zijn hand op het hoofd des brandoffers leggen, opdat het voor hem aangenaam zij, om hem te verzoenen. ▼▼ zijn hand op het hoofd des brandoffers leggen, Hebreeuws, met zijne hand steunen. Te weten, om daarmede te betuigen dat hij dit offer aan God toeheiligde, overgaf en voorstelde, als in de plaats van zichzelven, om voor zich genade bij den HEERE te vinden, door de toekomende offerande van den Messias, die door deze afgebeeld was. Zie Exo 29:10.
,
▼▼ het voor hem aangenaam zij, Dat is opdat het hem, die het offert, voor een wettelijk en Gode aangenaam offer verstrekke.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA