Leviticus 11:16

16En de struis, en de nachtuil, en de koekoek, en de sperwer naar zijn aard;
 struis, Hebreeuws, de dochter van den struis. Sommigen menen dat deze benaming daarvan komt, omdat onder deze vogels gene mannetjes, maar alleen wijfjes zouden zijn. Anderen, de uil.
Copyright information for DutSVVA