Leviticus 20:3

3En Ik zal Mijn aangezicht tegen dien man zetten, en zal hem uit het midden zijns volks uitroeien; want hij heeft van zijn zaad den Molech gegeven, opdat hij Mijn heiligdom ontreinigen, en Mijn heiligen Naam ontheiligen zou.
 Mijn aangezicht tegen Zie boven, Lev 17:10. Alzo onder, vs.5, enz.
,
 zal hem uit het midden Te weten, door een bijzondere straf, die Ik over hem ook in dit leven zal laten komen, zo hij van de overheid niet gestraft wordt. Alzo in het volgende.
,
 Molech gegeven, Boven, vs.2.
,
 Mijn heiligdom ontreinigen, Te weten, als hij daarin zou komen, zijnde met zulke gruwelijke zonden besmet. Vergelijk boven, Lev 15:31.
,
 Mijn heiligen Naam Hebreeuws, den naam mijner heiligheid. Zie boven, Lev 18:21.
Copyright information for DutSVVA