Leviticus 20:5

5Zo zal Ik Mijn aangezicht tegen dien man en tegen zijn huisgezin zetten, en Ik zal hem, en al degenen, die hem nahoereren, om den Molech na te hoereren, uit het midden huns volks uitroeien.
 huisgezin zetten, Of, geslacht; dat is, kinderen en nakomelingen, die de voetstappen zijner afgoderij navolgen; gelijk uit de volgende woorden verstaan kan worden. Vergelijk Exo 20:5.
,
 nahoereren, Dat is, afgoderij bedrijven, wijkende van den Heere [die de rechte man zijns volks is; Hos 2:18-19; 2Co 11:2 ] , om de afgoden aan te hangen, hetwelk, wanneer dit geschiedt, God wordt gezegd jaloers te zijn; Exo 20:5; Deu 5:9. Zie boven, Lev 17:7.
Copyright information for DutSVVA