21Zo zal Ik Mijn zegengebieden over u in het zesdejaar, dat het de inkomst voor driejaren zal voortbrengen. ▼
▼ gebieden Dat is, Ik zal mijn zegen geven en toezenden. Gods gebieden betekent zijn doen, volbrengen en uitvoeren, òf met dadelijke zegening, gelijk hier en Deu 28:8, en Psa 111:9, en Psa 133:3; òf met dadelijke straf, gelijk Isa 5:6; Amo 9:4; Nah 1:14. Vergelijk Gen 1:3.