Leviticus 25:47-49

47En wanneer de hand eens vreemdelings en bijwoners, die bij u is, wat bekomen zal hebben, en uw broeder, die bij hem is, verarmd zal zijn, dat hij zich aan den vreemdeling, den bijwoner, die bij u is, of aan den stam van het geslacht des vreemdelings zal verkocht hebben;
 bekomen zal hebben, Dat is, enige middelen of rijkdom verkregen zal hebben; alzo onder, vs.49.
,
 aan den stam Dat is, aan den ingeborene en ingezetene, welke, ofschoon hij van uitlandse ouders afkomstig is, nochtans in uw land geboren en daarin door langdurige inwoning ingeworteld is.
48Nadat hij zich zal verkocht hebben, zal er lossing voor hem zijn; een van zijn broeders zal hem lossen; 49Of zijn oom, of de zoon zijns ooms, zal hem lossen, of die uit de naasten zijns vleses van zijn geslacht is, zal hem lossen; of heeft zijn hand wat bekomen, dat hij zichzelven losse.
Copyright information for DutSVVA