Leviticus 26:5-6

5En de dorstijd zal u reiken tot den wijnoogst, en de wijnoogst zal reiken tot den zaaitijd; en gij zult uw brood eten tot verzadiging toe, en gij zult zeker in uw land wonen.
 dorstijd zal u reiken De zin is, dat de oogst zo overvloedig zou zijn, dat zij al het graan niet zouden kunnen dorsen vóór den wijnoogst, en dat de wijnoogst ook zo overvloedig zou zijn, dat zij den wijn niet zouden kunnen kelderen vóór den zaaitijd; zodat zij van het werk zouden overvallen worden.
,
 verzadiging toe, Alzo boven, Lev 25:19.
6Ook zal Ik vrede geven in het land, dat gij zult te slapen liggen, en niemand zij, die verschrikke; en Ik zal het boos gedierte uit het land doen ophouden, en het zwaard zal door uw land niet doorgaan.
 te slapen liggen, Of, slapen, of nederliggen. Alzo Gen 19:4.
,
 zal door uw land niet doorgaan Dat is, zal met geen oorlog gekweld worden. Alzo is het woord zwaard voor oorlog genomen; Num 14:3; 2Sa 12:10; Isa 1:20; Eze 30:4. Vergelijk de aantekeningen op Gen 27:40.
Copyright information for DutSVVA