Leviticus 3:9-11

9Daarna zal hij van dat dankoffer een vuuroffer den Heere offeren; zijn vet, den gehelen staart, dien hij dicht aan de ruggegraat zal afnemen, en het vet bedekkende het ingewand, en al het vet, dat aan het ingewand is;
 ruggegraat zal afnemen, Versta hiermede, het uiterste deel of het einde van de ruggegraat, eindigende in het sluitbeen, genoemd bij de Latijnen Os sacrum.
10Ook beide de nieren, en het vet, dat daaraan is, dat aan de weekdarmen is; en het net over de lever met de nieren, zal hij afnemen. 11En de priester zal dat aansteken op het altaar; het is een spijs des vuuroffers den Heere.
 spijs Hebreeuws, brood.
,
 des vuuroffers den HEERE Versta, het vlees der offeranden, wat door het vuur, God ter eer, verteerd moest worden, gelijk het brood of de spijs door de mond des mensen: of wat van de offeranden den priesters toekwam, om door hen gegeten te worden. Zie de plaatsen recht te voren aangetekend.
Copyright information for DutSVVA