Luke 1:31-32

31En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.
 bevrucht worden, Of, in het lichaam ontvangen.
,
 JEZUS Dat is, Zaligmaker, gelijk de engel verklaart, Mat 1:21 .
32Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven.
 genaamd worden; Dat is, inderdaad zijn en van alle gelovigen daarvoor gekend worden, gelijk hierna ook vs.35.
,
 den troon van Zijn Dat is de koninklijke macht, door welke hier verstaan wordt het geestelijke rijk van Christus, waarvan Davids rijk een voorbeeld was.
,
 vader David geven Namelijk naar het vlees. Zie Mat 1:1 .
Copyright information for DutSVVA