Luke 1:34

34En Maria zeide tot den engel: Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man bekenne?
 Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man bekenne? Dit vraagt zij overmits de engel haar, maagd zijnde, zulks aanzeide, zonder gewag te maken van haar toekomenden man; en zij verstond uit de woorden des engels dat zulks dadelijk zou geschieden, alzo dat deze vraag van Maria niet voortkwam uit enig ongeloof, gelijk de vraag van Zacharias, vs.18, maar alleen uit ene begeerte om in dezen nader onderricht te worden.
Copyright information for DutSVVA