Luke 10:4
4Draagt geen buidel, noch male, noch schoenen; en groet niemand op den weg. ▼▼ groet niemand op den weg Dat is, houdt u niet op met groeten of aanspraak dergenen, die u ontmoeten, maar haast u op reis. Zie
2Ki 4:29 . Anderszins zo weert Christus niet de burgerlijke beleefdheid in het groeten, die Hij zelf tegen Zijne discipelen dikwijls gebruikt heeft.