Malachi 1:4
4Ofschoon Edom zeide: Wij zijn verarmd, doch wij zullen de woeste plaatsen weder bouwen; alzo zegt de Heere der heirscharen: Zullen zij bouwen, zo zal Ik afbreken; en men zal hen noemen: Landpale der goddeloosheid, en een volk, op hetwelk de Heere vergramd is tot in eeuwigheid. ▼▼ Edom zeide Dat is, de Edomieten.
,
▼▼ wij zullen de woeste plaatsen weder bouwen; Hebr. wij zullen wederkeren, wij zullen bouwen.
,
▼▼ Zullen zij bouwen, Of, zij zullen bouwen, maar Ik zal afbreken. De zin is: Het land der Edomieten is verwoest, en het zal eeuwiglijk woest blijven, zonder weder op te komen.
,
▼▼ men zal hen noemen Dat is, men zal hun land noemen.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA