Malachi 2:11

11Juda handelt trouwelooslijk, en er wordt een gruwel gedaan in Israël, en in Jeruzalem; want Juda ontheiligt de heiligheid des Heeren, welke Hij liefheeft; want hij heeft de dochter eens vreemden gods getrouwd.
 de heiligheid des HEEREN, Dat is, het heilige huwelijk van God ingesteld.
,
 Hij liefheeft; Te weten, de Heere. Anders: die hij [te weten, Juda] behoorde lief te hebben.
,
 want hij heeft de dochters eens vreemden gods getrouwd Daarmede ontheiligde hij de heiligheid des Heeren, mits trouwende ene dochter van een vreemden god; dat is, een uitlandse vrouw, die een vreemden god dient; zie Ezr 9:10 ; Neh 13:23 , enz. En merk hier, dat gelijk de godzaligen genoemd worden kinderen Gods, alzo ook de goddeloze afgodendienaars genoemd worden zonen en dochters der afgoden, of der vreemde goden.
Copyright information for DutSVVA