Mark 11:22-24

22En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Hebt geloof op God.
 Hebt geloof op God Grieks, hebt het geloof Gods; dit is, hetwelk vastelijk steunt en vertrouwt op God en Zijne beloften.
23Want voorwaar zeg Ik u, dat, zo wie tot dezen berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen; en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven, dat hetgeen hij zegt, geschieden zal, het zal hem geworden, zo wat hij zegt. 24Daarom zeg Ik u: Alle dingen, die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden.
 begeert, Namelijk naar den wil van God; zie 1Jo 5:14 .
,
 ontvangen zult, Grieks, ontvangt.
Copyright information for DutSVVA