Matthew 19:28

28En Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij, die Mij gevolgd zijt, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal gezeten zijn op den troon Zijner heerlijkheid, dat gij ook zult zitten op twaalf tronen, oordelende de twaalf geslachten Israëls.
 wedergeboorte, Dat is, in de wederoprichting van alle dingen, wanneer de gelovigen naar lichaam en ziel volkomen zullen vernieuwd worden; Act 3:21 ; 1Co 15:42-43 . Anderen voegen de woorden in de wedergeboorte bij de voorgaande.
,
 troon zijner heerlijkheid, Namelijk om te oordelen de levenden en de doden.
,
 oordelende Namelijk omdat de apostelen hem zullen veroordelen, niet alleen met hun voorbeeld, dat zij in Christus hebben geloofd daar de andere Israëlieten zij ongelovig gebleven, gelijk van de Ninevieten gezegd wordt, Mat 12:41 , maar ook met hunne toestemming, gelijk van alle gelovigen ook gezegd wordt, 1Co 6:2-3 , hoewel de apostelen hierin boven anderen zullen uitsteken; Luk 22:30 ; Rev 21:14 .
Copyright information for DutSVVA