Matthew 20:21
21En Hij zeide tot haar: Wat wilt gij? Zij zeide tot Hem: Zeg, dat deze mijn twee zonen zitten mogen, de een tot Uw rechter-, en de ander tot Uw linker hand in Uw Koninkrijk. ▼▼ zitten mogen Dat is, dat zij de grootste of meeste na U mogen zijn. Een gelijkenis, genomen van koningen, die op hun troon zitten en degenen, die naast aan hen zijn, aan beide zijden naast hen plegen te zetten. Zie
1Ki 2:19 ;
Psa 45:10 en
Psa 110:1 .