Matthew 22:32

32Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs! God is niet een God der doden, maar der levenden.
 de God Abrahams, Iemands god te zijn, is iemand de eeuwige zaligheid naar lichaam en ziel te willen geven; zie Psa 33:12 , en Psa 144:15 , waaruit volgt dat deze pariarchem naar de ziel bij God leefden [ hetwelk deze Sadduceën ook ontkenden, Act 23:8 ] en ook naar deze lichamen opstaan zouden en eeuwiglijk leven, mits Hij een God, niet alleen van een deel van hen, maar van hun gehele personen genaamd wordt.
Copyright information for DutSVVA