Matthew 25:34-35

34Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen, die tot Zijn rechter hand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders! beërft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld.
 de Koning Namelijk Christus, die in vs.31, de Zoon des mensen genaamd wordt, en nu hier Koning, omdat Hij alsdan wezen zal in de volle heerschappij van zijn rijk.
,
 gezegenden mijns Vaders, Van deze zegening zie Eph 1:3-5 .
,
 u bereid is Namelijk van God, door en naar zijn eeuwige verkiezing, Eph 1:4 .
35Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij geherbergd.
 geherbergd; Grieks, medegeleid, of medegenomen; namelijk om te herbergen.
Copyright information for DutSVVA