Micah 6:8

8Hij heeft u bekend gemaakt, o mens! wat goed is; en wat eist de Heere van u, dan recht te doen, en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen met uw God?
 Hij heeft Namelijk den Heere.
,
 bekend gemaakt, o mens Door zijn woord; zodat gij gene ontwetendheid kunt voorwenden, en evenwel doet gij regelrecht daartegen, [gelijk hun in het volgende verweten wordt] en dan wilt gij u nog wijsmaken dat God met uw offeren moet tevreden zijn, alsof er dan niets aan schortte en niets anders van u te eisen zij.
,
 recht te doen, Of, gericht. Zie Gen 18:19 ; 1Ki 10:9 ; Jer 4:2 met de aantekening. Deze eis Gods was zo klaar en overvloedig in zijn Woord uitgedrukt, dat zij, het tegendeel doende [gelijk zij deden] zonder alle onschuld waren.
,
 ootmoediglijk te wandelen Hebr. ootmoedig zijn wandelen, of zich verootmoedigen [met wandelen, of wandelende. Zie van zulke samenvoeging van twee woorden Psa 45:5 .
,
 met uw God? Zie Gen 5:22 .
Copyright information for DutSVVA