Micah 6:9

9De stem des Heeren roept tot de stad (want Uw Naam ziet het wezen): Hoort de roede, en wie ze besteld heeft!
 stem des HEEREN roept Alsof de profeet zeide: Dat gij nu geheel anders doet dan gij wel weet dat God van u eist, en dat gij daarmede zijne straffen verdient en veroorzaakt, zulks wordt dagelijks door zijne profeten, en nu door mij, gepredikt en openlijk aangezegd.
,
 stad Jeruzalem: sommigen duiden het op Samaria uit vs.16, of op beide deze hoofdsteden.
,
 Naam ziet Dat is, Gij zelf, o Heere, [vol van heerlijkheid en majesteit] weet alles. Zie Deu 28:58 .
,
  het wezen) Of, water is, dat is alle ding; of wat er omgaat, hoe het er gesteld is. Anders: ziet naar de wijsheid [die in de ware bekering bestaat]. Anders: de wijsheid [dat is een wijs man] zal uwen naam zien; dat is, zal merken dat Gij het zijt, dat het uwe woorden en werken zijn, en zich daarnaar regelen. Zie van het Hebr. woord Job 5:12 .
,
 roede, Dat is, de profetie van Gods roede, dat is, straffen en plagen. Zie Job 9:34 ; Isa 10:5 ; Lam 3:1 met de aantekening.
,
 wie ze besteld heeft Dat is, dien die deze roede, of dat [kwaad] verordineerd, plaats en tijd bestemd heeft. Of, vragenderwijze: Wie heeft ze besteld? Te weten, anders dan God. Zie gelijke woorden van het zwaard des Heeren, Jer 47:7 , en verg. Isa 30:32 met de aantekening.
Copyright information for DutSVVA