Nehemiah 4:16

16En het geschiedde van dien dag af, dat de helft mijner jongens doende waren aan het werk, en de helft van hen hielden de spiesen, en de schilden, en de bogen, en de pantsiers; en de oversten waren achter het ganse huis van Juda.
 jongens Dat is, knechten, hovelingen, officieren, en zo dikwijls in het volgende.
,
 achter het Een iegelijk bij die van zijn huis, om met hun tegenwoordigheid en opzicht het volk moed te geven en het werk te bevorderen.
Copyright information for DutSVVA