Nehemiah 5:7

7En mijn hart beraadslaagde in mij; daarna twistte ik met de edelen, en met de overheden, en zeide tot hen: Gijlieden vordert een last, een iegelijk van zijn broeder. Voorts belegde ik een grote vergadering tegen hen.
 edelen, Hebreeuws, witten; zie boven, Neh 2:16 .
,
 vordert Of, legt op, perst af, overdringt. Anders, gij leent, een ieder zijn broeder, [met] last; en zo in het volgende.
,
 een last, Versta door dezen last den woeker en de verzetting of verpanding van goederen en mensen.
,
 belegde ik Hebreeuws eigenlijk, ik gaf; dat is, ik stelde een grote bijeenkomst aan.
Copyright information for DutSVVA