Numbers 1:1-2

1Voorts sprak de Heere tot Mozes, in de woestijn van Sinaï, in de tent der samenkomst, op den eersten der tweede maand, in het tweede jaar, nadat zij uit Egypteland uitgetogen ware, zeggende:
 der tweede maand, Welke genaamd was Zin, en meest overeenkwam met onzen April, gelijk de eerste maand meest met onzen Maart. Zie 1Ki 6:1.
2Neem op de som van de gehele vergadering der kinderen Israëls, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, in het getal der namen, van al wat mannelijk is, hoofd voor hoofd.
 de som Hebreeuws, het hoofd. Alzo ook Exo 30:12, en onder, vs.49, en Num 4:2. Versta, een kort begrijp van een grote menigte van mensen.
,
 hoofd voor hoofd Hebreeuws, naar hun hoofden, of koppen, of bekkenelen.
Copyright information for DutSVVA