Numbers 12:8

8Van mond tot mond spreek Ik met hem, en door aanzien, en niet door duistere woorden; en de gelijkenis des Heeren aanschouwt hij; waarom dan hebt gijlieden niet gevreesd tegen Mijn knecht, tegen Mozes, te spreken?
 Van mond tot mond spreek Ik met hem, Dat is, in tegenwoordigheid, gemeenzaam, zonder tussenspraak, zeer klaarlijk, met uitgedrukte stem; vergelijk Jer 32:4; 2Jo 1:12. In gelijken zin wordt gezegd: aangezicht aan aangezicht met iemand spreken. Zie Exo 33:11, en Deu 5:4, en de aantekeningen.
,
 door aanzien, Te weten, niet door het aanzien van het goddelijke wezen, [hetwelk onzienlijk is, Exo 33:20, Exo 33:23; Joh 1:18, en 1Ti 6:16 ] , maar enig bijzonder teken van zijn heerlijkheid. En hoewel Hij zich ook den anderen profeten op verscheidene wijzen vertoond heeft, zo zijn nochtans die, in welke Hij aan Mozes verscheen, klaarder geweest dan de andere; ten welken aanzien Mozes boven de andere profeten hier verheven wordt. Vergelijk Exo 33:11, Exo 33:20, Exo 33:22, Exo 33:23, en Deu 34:10. Andersn aldus: En [bij] aangezicht, en niet door duistere woorden of gelijkenis des Heeren ziet hij.
Copyright information for DutSVVA