Numbers 16:1-3

1Korach nu, de zoon van Jizhar, zoon van Kohath, zoon van Levi, nam tot zich zo Dathan als Abiram, zonen van Eliab, en On, den zoon van Peleth, zonen van Ruben.
 Korach nu, Deze was het hoofd van de samenrotting en beroerte, [ vs.22, 49], wien het nochtans het minst betaamde, als zijnde een Leviet, gelijk hier en onder, vs.5,6 te zien is.
,
 On, Die hierna niet meer werd genoemd; waaruit sommigen afnemen dat hij zich beter bedacht en bekeerd heeft.
,
 zonen van Ruben Of, kinderen; dat is, nakomelingen van Ruben. Dit is te verstaan van Dathan, Abiram en On, Ruben was wel de eerstgeborene, maar had het recht der eerstgeboorte door zijn schandelijke misdaad verloren; hoewel dezen [zoals het schijnt] daarop te moediger zijn geweest, gelijk Korach op de afkomst van Levi.
2En zij stonden op voor het aangezicht van Mozes, mitsgaders tweehonderd en vijftig mannen uit de kinderen Israëls, oversten der vergadering, de geroepenen der samenkomst, mannen van naam.
 stonden op Dat is, zij stonden op tegen Mozes, samenspannende als onder zijn ogen, of in zijn tegenwoordigheid.
,
 oversten der vergadering, Zodanigen hadden zij aan zich getrokken, om hun voornemen bij de gemeente aanzienlijk te maken.
,
 de geroepenen der samenkomst, Zie Num 1:16.
,
 mannen van naam Zie Gen 6:4.
3En zij vergaderden zich tegen Mozes, en tegen Aäron, en zeiden tot hen: Het is te veel voor u, want deze ganse vergadering, zij allen, zijn heilig, en de Heere is in het midden van hen; waarom dan verheft gijlieden u over de gemeente des Heeren?
 Het is te veel voor u, Hebreeuws, veel voor ulieden, of ulieden veel; dat is, het is genoeg, of, te veel voor u beiden [vergelijk Eze 44:6 ] , want de andere Israëlieten zijn even goed en even na tot het priesterdom en de regering als gij beiden.
,
 gijlieden u over de gemeente Mozes [willen zij zeggen] in de politie en Aäron in het priesterdom.
Copyright information for DutSVVA