Numbers 16:32-33

32En de aarde opende haar mond, en verslond hen met hun huizen, en allen mensen, die Korach toebehoorden, en al de have.
 alle mensen, Uitgezonderd de zonen van Korach, welke niet zijn omgekomen, als dienende misschien te dezer tijd in de tent der samenkomst, en van huns vaders oproerig voornemen niet wetende, of immers hetzelve niet toestemmende. Zie onder, Num 26:11; 1Ch 6:22, 1Ch 6:37.
33En zij voeren neder, zij en alles wat hunner was, levend ter helle; en de aarde overdekte hen, en zij kwamen om uit het midden der gemeente.
 alles wat hunner was, Of, allen die hun toebehoorden
,
 helle; Zie vs.30.
Copyright information for DutSVVA