Numbers 20:10-12

10En Mozes en Aäron vergaderden de gemeente voor de steenrots, en hij zeide tot hen: Hoort toch, gij wederspannigen, zullen wij water voor ulieden uit deze steenrots hervoorbrengen?
 zeide Te weten, Mozes.
,
 hen Het was Mozes niet bevolen het volk aan te spreken, maar dat hij de steenrots aanspreken zou, vs.8.
,
 zullen wij Hieraan hadden zij niet behoren te twijfelen, want God had het hun beloofd, vs.8.
11Toen hief Mozes zijn hand op, en hij sloeg de steenrots tweemaal met zijn staf; en er kwam veel waters uit, zodat de vergadering dronk, en haar beesten.
 steenrots Van de geestelijke betekenis dezer steenrots, zie 1Co 10:4.
,
 tweemaal met zijn staf; Dit was ook een teken van Mozes haastigen toorn.
12Derhalve zeide de Heere tot Mozes en tot Aäron: Omdat gijlieden Mij niet geloofd hebt, dat gij Mij heiligdet voor de ogen der kinderen van Israël, daarom zult gijlieden deze gemeente niet inbrengen in het land, hetwelk Ik hun gegeven heb.
 Mij niet geloofd hebt, Dat is, omdat gij mijn woorden niet geloofd hebt, doende wat Ik u bevolen had, twijfelende of Ik machtig genoeg was uit te voeren wat Ik ulieden te doen bevolen had.
,
 gij Mij heiligdet Mits op mijn woord den steen vrijmoediglijk bevelende dat hij water voortbrengen zou; het volk alzo een goed exempel gevende, om mijn woorden te geloven.
,
 daarom zult gijlieden Gelijk God hier bedreigt, alzo is het geschied; want Aäron is gestorven op den berg Hor, onder, vs.28, en Mozes op en berg Nebo, Deu 34.
Copyright information for DutSVVA