Numbers 25:8-9

8En hij ging den Israëlietischen man na in de hoerenwinkel, en doorstak hen beiden, den Israëlietischen man en de vrouw, door hun buik. Toen werd de plaag van over de kinderen Israëls opgehouden. 9Degenen nu, die aan de plaag stierven, waren vier en twintig duizend.
 vier en twintig duizend De apostel, 1Co 10:8, zegt drie en twintig duizend. Het is te vermoeden dat de rechters er een duizend gestraft hebben, 1Co 10:5, en dat God er drie en twintig duizend geslagen heeft, of, een duizend is er gehangen, de rest is door Gods hand geslagen.
Copyright information for DutSVVA