‏ Philippians 1:25

25En dit vertrouw en weet ik, dat ik zal blijven, en met u allen zal verblijven tot uw bevordering en blijdschap des geloofs;
 dit vertrouw Sommige oude leraars menen dat de apostel dat zekerlijk wist uit een bijzondere openbaring Gods, [gelijk Act 23:11;] dat hij in deze eerste gevangenis niet zou omgebracht worden, en dat hij, vrijgelaten zijnde, daarna in Azië, Syrië, Griekenland en elders, nog wel tien jaren zou gepredikt hebben, en daarna wederom te Rome gevangen en omgebracht zijn. Maar dat is onzeker, en het blijkt Phi 2:17, dat hij dit zegt niet van een zekere wetenschap, door goddelijke openbaring, maar van een waarschijnlijke gissing en hoop uit al de omstandigheden der zaak, dat hij in deze eerste verantwoording niet zou ter dood veroordeeld worden, hetwelk ook is geschied, gelijk uit de brieven, daarna in zijne banden geschreven, kan blijken. In zijn tweede verantwoording verklaart hij, dat de tijd zijner ontbinding nabij was; 2Ti 4:6, 2Ti 4:16.
,
 blijven, en Namelijk in het leven.
,
 met u allen Dat is, tot u Filippensen nog zal komen, en ene wijze bij u verblijven.
,
 tot uw bevordering Dat is, om met mijne leringen en predikatiën u meer en meer in kennis en godzaligheid te doen toenemen.
,
 des geloofs Dat is, spruitende uit het geloof, of, die ontstaan zal om de vermeerdering uws geloofs.
Copyright information for DutSVVA