Philippians 1:28

28En dat gij in geen ding verschrikt wordt van degenen, die tegenstaan; hetwelk hun wel een bewijs is des verderfs, maar u der zaligheid, en dat van God.
 die tegenstaan; Dat is, die òf met valse leer, òf met zware vervolgingen en dreigementen zich stellen tegen de leer van Christus, om die te verdelen.
,
 hun wel Namelijk den vervolgers en valsen leraars.
,
 een bewijs is Dat is, een zeker teken dat zij ten verderve lopen. Zie 2Th 1:5.
,
 u der zaligheid, Namelijk gelovigen, die u noch door valse leer laat verleiden, noch door vrees van vervolgingen verschrikken, om van het ware geloof af te wijken.
,
 van God Dat doet hij daarbij, opdat zij niet zouden menen dat hunne standvastigheid een verdienende oorzaak zou zijn der zaligheid, en opdat zij zouden weten dat deze standvastigheid niet van henzelven, maar van God komt, gelijk in vs.29 verklaard wordt.
Copyright information for DutSVVA