Philippians 2:10

10Opdat in den Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn.
 Opdat Of, zodat.
,
 in de Naam Dat is, deze Jezus Christus aldus verheerlijkt zijnde, en vanwege deze Zijne heerlijkheid.
,
 buigen alle knie Dat is, alle redegebruikende schepselen zich onderwerpen, zelfs ook Zijne vijanden tegen hunnen dank. De apostel ziet hier op hetgeen God zegt, Isa 45:23, en past datzelfde Jezus Christus hier toe, gelijk ook Rom 14:11. Deze woorden moeten dan niet eigenlijk verstaan worden, te weten, dat als de naam Jezus genoemd wordt, men de knieën zou moeten buigen, gelijk sommigen uit misverstand van deze plaats, niet zonder bijgeloof doen, want de engelen en boze geesten, van welke hier ook gesproken wordt, eigenlijk geen knieën hebben; maar bij gelijkenis van den uiterlijken eerbied, dien men koningen of prinsen daarmede betoont, onder welke men staat, wordt hier verstaan de onderwerping aller schepselen onder Christus, als den Heere der heren, en Koning der koningen, Rev 19:16, den overste der koningen der aarde, Rev 1:5, en den Heere overal, Act 10:36.
,
 die in den hemel, Namelijk de heilige engelen en zalige zielen, Rev 5:13.
,
 die op de aarde, Dat is, alle mensen op de aarde levende.
,
 die onder de aarde zijn Dat is, alle mensen, die gestorven en in de graven zijn, of, ook alle boze geesten en verdoemde mensen, die in de hel zijn, dat is, alle redegebruikende schepselen in welke plaats der geschapen wereld zij ook zouden mogen zijn. Want hoewel de duivelen en de goddeloze en verdoemde mensen Christus de behoorlijke onderdanigheid en eer niet tonen, zo moeten zij nochtans, ook tegen hunnen dank, Hem, als den Heere en Rechter over allen, onderworpen zijn. Zie Psa 22:30, en Psa 72:9.
Copyright information for DutSVVA