Philippians 3:19

19Welker einde is het verderf, welker God is de buik, en welker heerlijkheid is in hun schande, dewelken aardse dingen bedenken.
 Welker einde Dat is, die eindelijk van God met de eeuwige verdoemenis zullen gestraft worden, Rev 19:20-21. Zie ook Phi 1:28.
,
 God is de buik, Dat is, die in plaats van God te dienen en Zijne eer te verbreiden, anders niets zoeken dan een lekker en gemakkelijk leven te leiden, en hunnen buik, alsof die hun God was, te dienen.
,
 heerlijkheid Dat is, eer, die zij bij de mensen zoeken en waarop zij roemen.
,
 is in hun schande, Dat is, zoeken hunne eer in hetgeen hun schandelijk is, dat is zal hun gedijen tot tijdelijke en eeuwige schande. Of, tot hunne schande.
,
 aardse dingen Dat is, tijdelijke wellust en gemak.
,
 bedenken Of, bevroeden; dat is, met de zinnen en het verstand naar trachten.
Copyright information for DutSVVA