Philippians 3:7-8

7Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus’ wil schade geacht.
 mij gewin was, Grieks die mij winsten waren; dat is, dat ik in dien tijd mij nuttig en voordelig achtte te zijn ter zaligheid.
,
 schade geacht Dat is, daarentegen als schade aanbrengende verworpen.
8Ja, gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen.
 ik acht ook Dat is, ik heb dat niet alleen zo geacht als ik eerst tot Christus bekeerd ben geweest, maar acht het als nog zo, en blijf bij dezelfde mening.
,
 alle dingen Namelijk door welke de mensen hunne zaligheid zoeken buiten Christus.
,
 der kennis Namelijk niet der blote kennis alleen, maar der zaligmakende kennis, die met vertrouwen en geloof vergezelschapt is, Joh 17:3; gelijk de woorden mijns Heeren ook te kennen geven.
,
 al die dingen Grieks alle dier dingen schade geleden hebben.
,
 drek te zijn, Het Griekse woord betekent eigenlijk dingen, die òf van de honden uitgeworpen, òf den honden voorgeworpen worden; dat is, vuile en verwerpelijke dingen.
,
 Christus moge gewinnen Dat is, de gerechtigheid van Christus deelachtig worden, hetwelk het grootste gewin is.
Copyright information for DutSVVA