Proverbs 14:10
10Het hart kent zijn eigen bittere droefheid; en een vreemde zal zich met deszelfs blijdschap niet vermengen. ▼▼ zijn eigen Hebreeuws, zijne ziel. Vergelijk
1Ki 19:4 .
,
▼▼ bittere droefheid; Hebreeuws, bitterheid; dat is bittere droefheid en treurigheid; zie
2Ki 4:27 .
,
▼▼ deszelfs Te weten, die in eens anders hart verborgen is. Want een ieder alleen weet de droefheid en blijdschap, die in zijn hart is;
1Co 2:11 ;
Rev 2:17 .