Proverbs 16:10
10Waarzegging is op de lippen des konings; zijn mond zal niet overtreden in het gericht. ▼▼ Waarzegging Het Hebreeuwse woord kesem betekent meest bijgelovige en ongeoorloofde waarzegging en toekomende en verborgen zaken, uit dingen die niet vast gaan, ja duivels zijn, gelijk Num 22:7 , en Num 23:23 ; Deu 18:10 ; 2Ki 17:17 ; Jer 14:14 ; Eze 13:6 ; maar hier wordt het genomen voor de gissing, die uit zekere, vaste en scherpzinnige aanmerking voortkomt. Zodanige is geweest in David; 2Sa 14:20 , en in Salomo; 1Ki 3:24 , enz.
,
▼▼ is op de lippen Anders: zij.
,
▼▼ zijn mond Namelijk, de mond van een wijzen en godvruchtigen koning.
,
▼▼ zal niet overtreden Anders: overtreedt niet, enz.
,
▼▼ in het gericht Dat is, in het uitspreken van het recht en in het vonnissen, daartoe gezeten zijnde op den rechterstoel.
Copyright information for
DutSVVA