Proverbs 17:4

4De boosdoener merkt op de ongerechtige lip; een leugenaar neigt het oor tot de verkeerde tong.
 boosdoener Dat is, die zijnen naaste kwaaddoet of genegen is kwaad te doen.
,
 op de ongerechtige Hebreeuws, lip der ongerechtigheid; te weten, die te kennen geeft hoe men ongerechtigheid bedrijven en zijnen naaste leed kan doen.
,
 leugenaar Hebreeuws, valsheid of leugen; dat is die met valsheid of leugen omgaat. Zie Job 35:13 .
,
 verkeerde tong Hebreeuws, de tong der verkeerdheden; dat is die verkeerdheden spreekt. Zie boven Pro 2:12 . Anders: horende de leugens op de verkeerde tong.
Copyright information for DutSVVA