‏ Proverbs 28:14

14Welgelukzalig is de mens, die geduriglijk vreest; maar die zijn hart verhardt, zal in het kwaad vallen.
 die geduriglijk vreest; Dat is die oprecht bekeerd zijnde door ware eerbieding, die hij God toedraagt, Hem vreest te vertoornen, en voor ogen nemende de straffen, die den kwaden bereid zijn, zich in ootmoed en kinderlijke vreze naar de geboden Gods aanstelt, om niet verloren te gaan.
,
 hart Dat is, zich gans moedwillig aanstelt en tot wederspannigheid overgeeft. Vergelijk Exo 4:21 , en Exo 8:15 , en Exo 32:9 ; 2Ki 17:14 .
Copyright information for DutSVVA