Proverbs 3:11-12
11Mijn zoon! verwerp de tucht des Heeren niet, en wees niet verdrietig over Zijn kastijding; ▼▼ de tucht Dit woord betekent wel de onderwijzing, die geschiedt met woorden, maar het wordt hier ook voor dadelijke straffen genomen. Zie onder
Pro 7:22 . Alzo ook het woord tuchtigen, onder
Pro 9:7 . Zie de aantekening.
,
▼ 12Want de Heere kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft. ▼▼ welbehagen Zie van de betekenis van het Hebreeuwse woord,
2Sa 24:23 .