Proverbs 30:19-20

19De weg eens arends in den hemel; de weg ener slang op een rotssteen; de weg van een schip in het hart der zee; en de weg eens mans bij een maagd.
 weg eens Dat is, de manier van doen. Zie boven Pro 6:6 .
,
 arends Deze manier van doen is wonderbaar, omdat hij tezamen zeer snellijk en hoog opvliegt. Anders, omdat hij met zijn vliegen de lucht scheurende en doorsnijdende, nochtans daarin geen spoor of litteken nalaat.
,
 weg ener slang Die wonderlijk is, omdat zij zonder voeten haastiglijk kruipt en klimt op gladde rotsen. Anders, omdat zij op de rotsen, waarop zij kruipt, geen groeve maakt en geen slijm achter zich laat, gelijk de waterslangen; noch pluimen, gelijk de vogels, noch mist, gelijk meest alle andere gedierten.
,
 de weg van een schip Die wonderlijk is, omdat een schip in het midden der zee, nu in een diepen afgrond nederdaalt en daarna weder opklimt, zonder om te vallen en te verzinken. Anders, omdat het wel in een stil water een streek achter zich nalaat, maar die haastiglijk verdwijnt, en ook zo niet kan bespeurd worden in het hart van de zee, uit oorzaak der grote baren en golven, die de schepen op en nederdrijven.
,
 in het hart Dat is, in het midden der zee. Zie boven Pro 23:34 .
,
 weg eens mans Die wonderbaar is, zowel om de zeldzame verbinding zijns harten met de maagd, alsook om de wonderlijke middelen, die hij gebruikt om haar te genieten.
20Alzo is de weg ener overspelige vrouw; zij eet en wist haar mond, en zegt: Ik heb geen ongerechtigheid gewrocht!
 Alzo Dat is, zo wonderbaar of verborgen als de vier voorverhaalde dingen, te weten om de grote boosheid en behendigheid, die zij weet te gebruiken, zowel in het plegen van hare onkuischheid als in het verontschuldigen en bedekken derzelve.
,
 zij eet Zij geniet de onkuische bijslaping. Vergelijk boven Pro 9:17 , en Pro 20:17 .
,
 wist haar mond, Dat is, zij houdt zich van geen kwaad te weten, alsof zij ene van de allereerbaarste was.
Copyright information for DutSVVA