Proverbs 30:25-26
25De mieren zijn een onsterk volk; evenwel bereiden zij in de zomer haar spijs. ▼ , ▼▼ spijs Hebreeuws, brood.
26De konijnen zijn een machteloos volk; nochtans stellen zij hun huis in den rotssteen. ▼▼ De konijnen Zie Lev 11:5 , en van hetzelfde gedierte, Deu 14:7 , en Psa 104:18 . Anders: bergmuizen of beermuizen, omdat het konijn hier te lande in de steenrotsen zijne holen niet heeft.
,
▼
,
▼▼ rotssteen Te weten met aarde en zand vermengd.
Copyright information for
DutSVVA