Proverbs 6:1
1Mijn zoon! zo gij voor uw naaste borg geworden zijt, voor een vreemde uw hand toegeklapt hebt; ▼ , ▼ , ▼▼ uw hand Te weten, tot een teken dat gij uw woord houden zult, waardoor gij beloofd hebt te zullen betalen, zo de schuldenaar in gebreke valt. Zie Job 17:3 . Het recht en voorzichtig gebruik van borg voor een ander te worden is hier niet bestraft, maar de onvoorzichtigheid, lichtvaardigheid en onbedachtzaamheid, die hierin dikwijls geschiedt.
Copyright information for
DutSVVA