Proverbs 6:30

30Men doet een dief geen verachting aan, als hij steelt om zijn ziel te vullen, dewijl hij honger heeft;
 Men doet Hij wil zeggen dat dieverij zo grote zonde niet is als overspel, en dat dieverij, geschied bijzonderlijk door hongersnood, niet zo smadelijk en hardelijk gestraft wordt als overspel. En dit kan men verstaan van een particuliere handeling tussen den dief en den man, wien hij iets ontstolen heeft.
,
 ziel Dat is, zich te verzadigen; of versta door ziel begeerte. Zie Gen 34:3 ; Psa 27:12 .
Copyright information for DutSVVA