Proverbs 7
1Mijn zoon, bewaar mijn redenen, en leg mijn geboden bij u weg. ▼ 2Bewaar mijn geboden, en leef, en mijn wet als den appel uwer ogen. ▼ , ▼ , ▼ 3Bind ze aan uw vingeren, schrijf ze op de tafels uws harten. ▼ , ▼ 4Zeg tot de wijsheid: Gij zijt mijn zuster; en heet het verstand uw bloedvriend; ▼▼ Zeg Dat is, bemin de wijsheid en vereer haar, alsof zij uw eigen zuster ware of nabestaande, enz.
,
▼ 5Opdat zij u bewaren voor een vreemde vrouw, voor de onbekende, die met haar redenen vleit. ▼
,
▼ 6Want door het venster van mijn huis, door mijn tralie keek ik uit; ▼▼ Want Hoewel het zijn kan dat Salomo dit met zijne ogen gezien heeft, nochtans schijnt het, dat hij het voorbeeldsgewijze voorstelt, als ene zaak, die dikwijls gebeurt, en dat tot lering en waarschuwing der jeugd; gelijk Christus mede dikwijls in het Evangelie zulke voorbeelden en gelijkenissen voortbrengt.
7En ik zag onder de slechten; ik merkte onder de jonge gezellen een verstandelozen jongeling; ▼
,
▼
,
▼▼ jonge gezellen Hebreeuws, zonen; dat is, jonge mannen of gezellen; gelijk bij ons het woord dochter veel voor een jonge dochter gebruikt wordt.
,
▼ 8Voorbijgaande op de straat, nevens haar hoek, en hij trad op den weg van haar huis. ▼▼ haar hoek, Te weten, der overspelers. Versta, nevens den hoek van haar huis, waarin zij woonde.
,
▼▼ van haar huis Dat is, die tot haar huis leidde.
9In de schemering, in den avond des daags, in den zwarten nacht en de donkerheid; ▼
,
▼ 10En ziet, een vrouw ontmoette hem in hoerenversiersel, en met het hart op haar hoede; ▼
,
▼▼ met het hart Hebreeuws, bewaard, of behoed van harte, of voorzien van zinnen; dat is, dubbel, schalk, loos en gans voorzien met allerlei doortrapte listigheid, om te bedriegen en niet bedrogen te worden.
11Deze was woelachtig en wederstrevig, haar voeten bleven in haar huis niet; ▼
,
▼▼ wederstrevig, Of, afwijkende; te weten, van alle goede zeden en van de gehoorzaamheid haars mans.
,
▼ 12Nu buiten, dan op de straten zijnde, en bij alle hoeken loerende; ▼▼ Nu Hebreeuws, maal, maal; dat is, de ene maal buiten, de andere maal op, enz. Versta door buiten de plaats en ruimte, die voor de deur van het huis is; door de straten de gemene gangen en wijken, die door de stad en daarbuiten lopen.
13En zij greep hem aan, en kuste hem; zij sterkte haar aangezicht, en zeide tot hem: ▼ 14Dankoffers zijn bij mij, ik heb heden mijn geloften betaald; ▼
,
▼
,
▼ 15Daarom ben ik uitgegaan u tegemoet, om uw aangezicht naarstiglijk te zoeken, en ik heb u gevonden. ▼ 16Ik heb mijn bedstede met tapijtsieraad toegemaakt, met uitgehouwen werken, met fijn linnen van Egypte; ▼
,
▼▼ met uitgehouwen Versta, graveringen en insnijdingen, die tot een sieraad aan de koets, waarop het bed lag, kunstiglijk ingekerfd en ingehold waren.
,
▼▼ fijn linnen Hebreeuws, snoer, of draad, waardoor sommigen verstaan zeer fijn, wit en kostelijk lijnwaad, dat zulke draden gemaakt werd en tot het bed behoorde; vergelijk Gen 41:42 ; 1Ki 10:28 , en onder Pro 31:22 . Eenigen houden dat deze snoeren, of koordjes, die zeer kostelijk waren, liepen tussen de tapijten of behangsels, om een onderscheid te maken tussen de figuren, die daarop mochten gestoken of geweven zijn. Anderen menen dat de koets tot een sieraad met deze kostelijke snoeren is omvlochten geweest.
17Ik heb mijn leger met mirre, aloë en kaneel welriekende gemaakt; 18Kom, laat ons dronken worden van minnen tot den morgen toe; laat ons ons vrolijk maken in grote liefde. ▼
,
▼▼ grote liefde Hebreeuws, liefden, in het getal van velen.
19Want de man is niet in zijn huis, hij is een verren weg getogen; ▼▼ de man Zij zegt dit met verachting van haar man, alsof hij haar man niet meer ware; gelijk zij ook daarom terstond zegt, in zijn huis, voor het huis.
,
▼ 20Hij heeft een bundel gelds in zijn hand genomen; ten bestemden dage zal hij naar zijn huis komen. ▼▼ een bundel Dit zegt hij tot een teken dat hij lang weg zou blijven.
,
▼
,
▼ 21Zij bewoog hem door de veelheid van haar onderricht, zij dreef hem aan door het gevlei harer lippen. ▼▼ bewoog Hebreeuws, deed hem afwijken, of neigde hem.
,
▼▼ onderricht, Het Hebreeuwse woord betekent wel meest een goed onderwijs, of leer, waardoor men tot wijsheid en deugd geleerd wordt, boven Pro 1:5 , maar hier, in het kwade genomen zijnde, is het zoveel als een bedriegelijke en met schone woorden aanlokkende beprating, waardoor iemand tot zijn nadeel verleid wordt.
,
▼▼ de vleiing Anders ook genaamd lippen der vleiing; Psa 12:3-4 . Hebreeuws, smedigheid, of gladheid harer lippen.
22Hij ging haar straks achterna, gelijk een os ter slachting gaat, en gelijk een dwaas tot de tuchtiging der boeien. ▼▼ gelijk een dwaas In het Hebreeuws zijn de woorden omgezet, aldus: Gelijk de boeien tot de tuchtiging der dwazen; dat is, gelijk de dwaas tot de kastijding der boeien, te weten, gaat, dat is om met de boeien gekastijd te worden. Anders: gelijk de dwaas met de boeien der tuchtiging.
,
▼ 23Totdat hem de pijl zijn lever doorsneed; gelijk een vogel zich haast naar den strik, en niet weet, dat dezelve tegen zijn leven is. ▼
,
▼▼ zijn lever Dat is, zijne begeerlijkheid met rampzaligen lust ontstak, zijn lichaam met ongezondheid verdierf en zijn geest met het gevoel van Gods toorn beroerde.
,
▼▼ tegen zijn leven Te weten, opgehangen, geleid, of uitgespreid, om hem het leven [Hebreeuws, ziel ] te benemen.
24Nu dan, kinderen, hoort naar mij, en luistert naar de redenen mijns monds. ▼ 25Laat uw hart tot haar wegen niet wijken, dwaalt niet op haar paden. ▼ 26Want zij heeft veel gewonden nedergeveld, en al haar gedoden zijn machtig vele. ▼▼ haar gedoden Dat is, die zij gedood en omgebracht hebben.
,
▼▼ machtig Anders, sterk; dat is, kloek, naar het lichaam in kracht, of naar den geest in wijsheid, of naar beiden, gelijk Simson, David, Salomo, enz. Het Hebreeuwse woord is voor velen in getal genomen Psa 139:17 ; Jer 5:6 , en Jer 15:8 ; voor machtige, of sterke, Gen 18:18 ; Exo 1:7 , Exo 1:9 ; Deu 7:1 .
27Haar huis zijn wegen des grafs, dalende naar de binnenkameren des doods. ▼
,
▼▼ des doods Niet alleen den lichamelijken, maar ook den geestelijken en eeuwigen.
Copyright information for
DutSVVA