Psalms 102:8

8[0102:9] Mijn vijanden smaden mij al den dag; die tegen mij razen, zweren bij mij.
 Mijn vijanden Te weten, de Babyloniërs, of Chaldeën.
,
 razen, Zie de aantekening bij Psa 5:6 .
,
 zweren Dat is, als zij zweren dat zij iemand kwalijk behandelen zullen, zo dreigen zij dat zij hem zo zullen africhten, dat hij mij zal gelijk worden. Of, zij gebruiken mijnen naam tot een formulier van vervloekingen. Verg. Num 5:21 ; Isa 65:15 ; Jer 29:22 , met de aantekening. Anders: zweren tegen mij.
Copyright information for DutSVVA