Psalms 104:13

13Hij drenkt de bergen uit Zijn opperzalen; de aarde wordt verzadigd van de vrucht Uwer werken.
 drenkt de Dat is, Hij bevochtigt hen, te weten, met het regenwater.
,
 uit zijn Dat is, uit de wolken, gelijk vs.3.
,
 aarde wordt Alsof hij zeide: Het aardrijk wordt met den regen zijn dorst geblust, nadat het lang dorst geleden heeft.
,
 van de vrucht Dat is, van den regen, welken God alleen geeft; Jer 10:13 , en Jer 14:22 . Of, van den regen, die uit uwe werken, o Heere, dat is uit de wolken gelijk als ene vrucht voortkomt. Van den regen wast het koren en gras; idem alle kruiden en boomvruchten. Verg. hiermede Job 38:26-28 ; Deu 11:14-15 .
Copyright information for DutSVVA