Psalms 104:20-21

20Gij beschikt de duisternis, en het wordt nacht, in denwelken al het gedierte des wouds uittreedt:
 beschikt de Te weten, door den ondergang der zon.
,
 denwelken Te weten, nacht.
,
 uittreedt Te weten, elk uit zijn hol of schuilplaats.
21De jonge leeuwen, briesende om een roof, en om hun spijs van God te zoeken.
 De jonge leeuwen, Te weten, kruipen uit hunne holen.
,
 briesende Hij wil zeggen dat het briesen der leeuwen is als hun gebed, waarmede zij van God nooddruft des levens verzoeken.
Copyright information for DutSVVA