Psalms 104:32
32Als Hij de aarde aanschouwt, zo beeft zij; als Hij de bergen aanroert, zo roken zij. ▼▼ beeft zij; Te weten, voor zijn grote heerlijkheid en majesteit. Zie
Exo 19:18 .
,
▼▼ roken zij Dat is, een teken van schrik en vaardigheid; gelijk
Psa 144:5 .