Psalms 107:34
34Het vruchtbaar land tot zouten grond, om de boosheid dergenen, die daarin wonen. ▼▼ Het vruchtbaar Hetgeen hier gezegd wordt, blijkt aan het Joodse land, hetwelk eertijds zeer vruchtbaar geweest is, maar nu is het zeer onvruchtbaar, woest en dor.
,
▼▼ tot zouten Hebr. tot zoutigheid; dat is, tot een zout, onvruchtbaar land. Alzo ook
Job 39:9 ;
Jer 17:6 ; want zoutigheid veroorzaakt onvruchtbaarheid. Zie
Deu 29:23 ;
Jdg 9:45 .