‏ Psalms 109:14-15

14De ongerechtigheid zijner vaderen worde gedacht bij den Heere, en de zonde zijner moeder worde niet uitgedelgd.
 ongerechtigheid Dat is, de Heere straffe hem niet alleen vanwege zijn eigen, maar ook vanwege de zonden zijner voorvaders. De psalmist ziet hier op de bedreiging van het tweede gebod; Exo 20:5 .
,
 de zonde Dat is, God straffe hem ook om zijner moeders zonde, gelijk de aantekening bij vs.14.
15Dat zij gedurig voor den Heere zijn; en Hij roeie hun gedachtenis uit van de aarde.
 gedurig voor Te weten, die ongerechtigheid en zonde, waarvan vs.14 gesproken is.
,
 Hij roeie Het tegendeel wordt den godzalige beloofd; Psa 41:3 , en Psa 112:6 .
,
 hun gedachtenis Te weten, zijns vaders en zijner moeder.
Copyright information for DutSVVA