Psalms 11:6

6Hij zal op de goddelozen regenen strikken, vuur en zwavel; en een geweldige stormwind zal het deel huns bekers zijn.
 strikken, Dit betekent onverwachte, strenge en onvermijdelijk oordelen Gods. Zie Job 18:9-10 , en Job 22:10 ; Isa 8:14 , en Isa 24:17-18 .
,
 vuur Als Sodom, Gomorra, enz. overkwam, Gen 19 en Gog bedreigd wordt, Eze 38:22 ; zijnde helse vuur, Jud 1:7
,
  deel huns Dat is, hun bescheiden of toegelegd deel. Verg. Joh 20:29 , Zie de aantekening bij Joh 20:29 ; een manier van spreken, genoemen ven de hiusvaders, die elken huisgenoot zijn drank toedeelden en inschonken, naar de wijze der ouden. Hier wordt het verstaan van der goddelozen straf; alsook Rev 14:10 , en elders, van het kruis der kerk, Psa 73:10 , en in het algemeen van het lijden der vromen en goddelozen. Psa 75:9 ; maar anders Psa 16:5 , en Psa 23:5 . Zie ook Job 21:20 .
Copyright information for DutSVVA